Even voorstellen: Reidze Bijma

Even voorstellen: Reidze Bijma

Hoi! Ik ben Reidze en ik zit in het vierde jaar van de opleiding Dier- en veehouderij in Leeuwarden. Het komende half jaar loop ik stage bij Dirksen Management Support. Ik heb gekozen voor een stage bij DMS omdat het bedrijf over veel data beschikt van verschillende melkveehouders. Tijdens mijn stage verwacht ik veel te leren van de studiegroepen die door DMS worden georganiseerd. Naast de werkzaamheden op kantoor ga ik een onderzoek doen naar het verlagen van de bedrijfsspecifieke excretie (BEX) op melkveebedrijven. Met behulp van de vele gegevens binnen de database van DMS wil ik onderzoeken welke factoren van invloed zijn op het verlagen van de BEX en hoe hier op gestuurd kan worden!

De optimale meetmelkproductie per volwaardige arbeidskracht

De optimale meetmelkproductie per volwaardige arbeidskracht

Bij DMS zien we nogal eens verschillen in hoe druk een boer is op zijn of haar bedrijf, ongeacht het aantal koeien of de productie. Maar wat is nu eigenlijk de optimale meetmelk productie per volwaardige arbeidskracht (VAK)? Onze stagiair Stan zocht het voor ons uit, zijn bevindingen zie je in de factsheet!

Klik hier om de factsheet te bekijken!

Welke factoren hebben invloed op de stikstofbodemefficiëntie?

Welke factoren hebben invloed op de stikstofbodemefficiëntie?

Onlangs heeft onze stagiair Wim zijn onderzoek vanuit de HAS in Den Bosch bij ons afgerond. In 2026 zal de derogatie in Nederland overal verdwenen zijn en dus wordt het nog interessanter om een hoge stikstofbodemefficiëntie te hebben. Daarom zocht Wim uit wat nu de verschillen zijn tussen bedrijven die dit goed of minder goed doen. De resultaten zie je in de factsheet!

Klik hier om de factsheet te bekijken

Kan hard melken uit?

Kan hard melken uit?

Onze stagiair Martijn Tober, derdejaarsstudent aan de HAS in Den Bosch, heeft onderzoek gedaan naar de invloed van melkproductie per koe op het verdienvermogen van de veehouder. Om deze vraag te kunnen beantwoorden heeft hij de kostprijs database van DMS gebruikt. De intensiteit van melkveehouders is hierbij ook meegenomen, omdat de verwachting was dat dit een grote invloed heeft op de uitkomst. De resultaten zijn te zien in de factsheet hieronder!

Klik hier om de factsheet te bekijken!

Invloeden op de dierdagdosering

Invloeden op de dierdagdosering

Afgelopen periode heeft Daniëlle Verdoold, derdejaars student aan de HAS in Den Bosch, een onderzoek bij ons uitgevoerd naar de dierdagdosering (DDD). Ze was benieuwd welke factoren een invloed hebben op de hoeveelheid antibiotica die gebruikt wordt op een melkveebedrijf. Daarvoor heeft ze eerst in de literatuur onderzocht wat er al bekend is over mogelijke invloeden. Vervolgens is onderzocht wat rantsoenelementen zoals fosfor en DVE, maar ook de hoogte van de melkproductie voor invloed hebben op de gezondheid. Dit is gedaan door de correlatie tussen de verschillende onderwerpen te onderzoeken. Als laatste heeft ze gekeken of het type ondernemer ook een invloed heeft en om welke typen antibiotica het dan gaat. De resultaten zie je in haar factsheet!

Klik hier om de factsheet te bekijken

Derogatieverlies, wat kost dat?

Derogatieverlies, wat kost dat?

Gijs van Schriek, student aan de Aeres Hogeschool in Dronten, heeft een onderzoek gedaan naar de financiële gevolgen van het verlies van de derogatie voor een melkveebedrijf in Oost-Nederland. Er is gerekend met de gegevens van 196 boeren in provincie Gelderland en Overijssel met minimaal 50% zandgrond in het areaal. De bedrijven zijn in drie intensiteitsgroepen gesorteerd. Op basis van Kringloopwijzer gegevens van 2021 is er met een rekentool berekend wat de gevolgen zijn voor de mestafzet. Hiervoor is er rekening gehouden met een afzetprijs van 10 euro per kuub, het resultaat is weergegeven in euro’s per 100 kg meetmelk. Daarnaast is uitgerekend wat het kost als de afgevoerde nutriënten van de afvoer van de mest wordt aangevuld met kunstmest. Hiervoor is er rekening gehouden met de werkingscoëfficiënt van stikstof. Beide uitkomsten zijn weergegeven op de factsheet.

Klik hier om de factsheet te bekijken

Proef met niet-kerende grondbewerking

Onze stagiair Gijs van Schriek heeft samen met zijn ouders een melkveebedrijf in Netterden. Dit jaar hebben ze voor het eerst niet-kerende grondbewerking toegepast en hier heeft hij een leuk stukje over geschreven!

Niet-kerende Grondbewerking

Voor het inzaaien van wintertarwe hebben wij een aantal percelen grasland gescheurd. Normaal gebeurt dit met een frees en ploeg, maar dit jaar hebben wij de grondbewerking uitgevoerd met een schijveneg. Deze machine gaat niet dieper dan 10 cm, een ploeg gaat al snel dieper dan 20 cm. De grond is twee keer met de schijveneg bewerkt en daarna is de tarwe met een rotorkopeg en zaaimachine in één werkgang gezaaid.


Waarom doen wij dit nu eigenlijk?

Wij willen de ondergrond zo min mogelijk verstoren. Hierdoor blijven oude wortelkanalen en kanalen die wormen hebben gemaakt intact. In deze kanalen kan de wintertarwe zich makkelijk diep wortelen. De plant heeft dan langer vocht beschikbaar en kan meer voedingstoffen opnemen. Verder blijft het bodemleven beter intact, want dit wordt minder verstoord door de ondiepe bewerking. Daarnaast houd je met een ondiepe bewerking meer de plantenresten in de toplaag en op de grond. Hierdoor blijft de organische stof boven in de bodem. Ook zorgen de plantenresten op de grond voor een vochtigere toplaag, hierdoor kiemt het zaadje sneller.

Nieuwe uitdagingen

NKG brengt ook weer nieuwe uitdagingen met zich mee. Nu hebben wij er namelijk voor gekozen het gras eerst te vernietigen met glyfosaat, om te voorkomen dat het na het zaaien weer gaat groeien en de tarwe verdringt. Alleen zijn wij wel erg nieuwsgierig of het ook zonder glyfosaat kan, hiervoor hebben wij een strook in een perceel niet gespoten. Wij zijn erg benieuwd naar het resultaat en hoe de wintertarwe daar gaat groeien. Als je benieuwd bent wat de resultaten zullen zijn van deze proefstrook, volg dan ook de Facebookpagina van Melkveebedrijf Van Schriek!

De effecten van de melkrobot op bedrijf en ondernemer

De effecten van de melkrobot op bedrijf en ondernemer

Studente Marije van Beek van Aeres Hogeschool Dronten heeft een onderzoek gedaan naar de effecten van overstap naar een automatisch melksysteem. De gevolgen voor het bedrijf zijn bepaald door de technische en economische prestaties van drie jaar voor de overstap, te vergelijken met die van drie jaar na de overstap. De technische prestaties zijn opgedeeld in vier verschillende aspecten: productie, diergezondheid, vruchtbaarheid en voeding. Alle kengetallen waarvan een significant effect is aangetoond worden op de factsheet weergegeven. Het effect op de ondernemer is onderzocht met behulp van een enquête die is afgenomen onder robotboeren. De belangrijkste bevindingen van deze enquête zijn in beeld gebracht.

Klik hier om de factsheet te bekijken.

Bijeenkomsten Voerefficiëntie

In de maanden november en december stonden de studiegroep bijeenkomsten in het teken van de Voerefficiëntie. Tijdens de bijeenkomsten kwamen alle aspecten rondom het rantsoen aanbod. Het groeiseizoen kenmerkte zich door groeizaam-, maar ook, wisselvallig weer. Hierdoor loopt kwaliteit van het gewonnen ruwvoer sterk uiteen. In sommige gevallen gaf dit de nodige uitdagingen om een kloppend rantsoen te maken. In combinatie met de hoge prijzen voor het krachtvoer en andere aangekochte soorten voer, wordt men gedwongen tot het maken van keuzes.


Daarnaast geeft het melkverloop zoals altijd interessante input voor discussie. Hoe is het ureumverloop het afgelopen jaar geweest? Waar komt het verschil in lactose vandaan? Wat valt er te zeggen over het verloop van de lactatiedagen? Welke verschillen laten de nieuw- en oudmelkte koeien zien op de MPR? Veel zaken die zowel direct als indirect aan de voeding zijn te koppelen.


Ook is de BEX prognose kort de revue gepasseerd. Het dagrantsoen van de afgelopen 365 dagen is immers de basis van de Kringloopwijzer van volgend jaar. Dus door hier dagelijks op te sturen, kunnen resultaten op jaarniveau worden behaald. In de basis is het belangrijk om een goed plan te hebben over hoe en welke doelen je wilt bereiken. Dit geeft de meeste kans om ook daadwerkelijk stappen te zetten de resultaten te verbeteren.


Verder is aan bod gekomen hoe op een eenvoudige manier de koeien zowel in het begin als in het einde van de lactatie naar behoefte gevoerd kunnen worden. Kleine aanpassingen kunnen veel effect hebben, wat een besparing aan voerkosten en verhoging van de productie oplevert!

Hittestress bij melkvee

Hijgende koeien in de zomer, is dat eigenlijk wel nodig? Hittestress is een steeds vaker voorkomend probleem in de melkveehouderij. Wanneer de koeien last hebben van hittestress, kunnen ze hun lichaamstempratuur niet meer op peil houden en warmen ze op. Dit kost een koe energie wat ten kosten gaat van de melkproductie, gehaltes in de melk en de gezondheid van de koeien. Voeding en huisvesting kunnen er voor zorgen dat de koeien minder hittestress ervaren. Stagiaire Willeke van Dijk heeft onderzoek gedaan naar wat voor invloed hittestress heeft op de gezondheid van melkvee en waar voor rol huisvesting en voeding daarin spelen.

Voor haar onderzoek heeft ze een literatuuronderzoek gedaan en data uit de database van DMS gebruikt.

Om het gehele artikel te lezen, klik dan hier!